Gemeenschappen

De augustijnen in Bolivia

Nico Beumer

De missie van de Augustijnen in Bolivia


In 1930 aanvaardden de Augustijnen op uitnodiging van het Generalaat van de Orde de missie in Bolivia. De Nederlandse Augustijnen voelden zich geroepen de 'Blijde Boodschap van de Verlossing’ te brengen. Zij wilden bijdragen aan de verlossing van de verstikkende angst voor God, de duivel en het bijgeloof in vele boze geesten en wilden daar de boodschap brengen dat God Liefde is; dat het christelijk geloof vergeving biedt, barmhartigheid, vriendschap, troost en steun. 

De Boodschap van Verlossing betekent in de praktijk

• De verkondiging van de gelijkheid van rechten voor elke mens, dat wil zeggen: het afwijzen van slavernij, militaire onderwerping, politieke achteruitstelling, immens grote sociale verschillen, de onwetendheid en elke vorm van uitbuiting.
•  Laten zien dat een andere, betere menselijke samenleving mogelijk is, ondanks de vele verschillen, door zelf een broederlijke gemeenschap te zijn.
•  Het geven van hulp door de Werken van Barmhartigheid te beoefenen: de hongerigen te spijzigen, de gevangenen te bezoeken, de zieken te verzorgen, wegen te openen voor wie vastgelopen zijn, studie te stimuleren.
•  Het geven van voorlichting op het gebied van landbouw, hygiëne, vakbekwaamheid, organisatie.
•  Het oprichten van lagere en middelbare scholen die toegang verschaffen tot beroepsgerichte en academische opleidingen.
•  Het voortdurend steunen van clerus, religieuzen, onderwijzers, leraren, maatschappelijke en pastorale werkers.
•  Vrouwen te betrekken bij de emancipatie van hun gezin en de dorpsgemeenschap.
•  Het kerstenen van uitingen van volksreligiositeit. Belangrijk zijn de waardige vieringen van de Eucharistie en de sacramenten, aangepast aan eigen cultuur, taal, in wederzijdse betrokkenheid.
•  Het bevorderen van uitingen van de eigen cultuur als muziek, dans, kunst, folklore, literatuur.

De basis voor de missie ligt in het christelijk geloof. Een missie richt zich op het Woord en het voorbeeld van Christus die in zijn leven, werken, lijden en dood, liet zien wat het betekent mens te zijn naar de bedoelingen van God, Onze Vader. Zo schiep Christus vrijheid, waardigheid, trouw en vreugde. Christus brengt het goede nieuws en maakt toekomst mogelijk.

Onze Augustijnse missie in Bolivia geeft blijk van inzet, uithoudingsvermogen, creativiteit en succes, ondanks de vele teleurstellingen, menselijke fouten en beperkingen. Wij zijn werkzaam in de steden La Paz en Cochabamba en in het moeilijk toegankelijke gebied de Yungas, ten zuidoosten van La Paz.


top 

 

De Yungas

 

De eerste missie van de Augustijnen begin 20ste eeuw mislukte door de onbegaanbare wegen, de erbarmelijke toestand waarin kerken en pastorieën zich bevonden, een minimaal kerkbezoek en de voor ons onverstaanbare indianentaal.

De tweede missie onder leiding van pater Thomas van der Vloodt in 1931 vestigde zich in het dorp Irupana, waar terstond begonnen werd met het opknappen van de kerk en de pastorie samen met de locale bevolking. Vanuit het dorp Chirca werden lange, moeizame reizen ondernomen, te voet of per muilezel, om zoveel mogelijk gehuchten te kunnen bezoeken en contact te leggen met de bevolking die aanvankelijk nogal afwijzend stond tegenover de catechese en sacramentenpastoraat. Van Chirca verhuisden de Augustijnen naar het hoofddorp Chulumani en ze breidden hun tochten uit naar nog moeilijker bereikbare gehuchten. Op een terugreis van La Paz naar Chulumani kreeg pater Van der Vloodt na een fikse sneeuwstorm op de bergpas (4.652 m.) een zware longontsteking en stierf enige dagen later. Hij was een echte voortrekker in de Andes en zijn dood was een zwaar verlies.

Er kwamen voortdurend versterkingen uit Nederland, meer Augustijnen en ook materiaal en geld. We leerden de taal spreken, we begrepen de religieuze belevingen van de mensen steeds beter en onze kennis over de culturele, sociale achtergronden nam toe. Er konden projecten worden opgezet om passende antwoorden te geven op hun noden. We begonnen zelfs uit te zien naar een vestiging in La Paz. 

Toeristische kaart Bolivia De weg tussen La Paz en de Yungas, de dodenweg.

Op de bergpas tussen La Paz en de Yungas. Rechts: Nico Beumer De Yungas, bergflank met lage begroeiing  De Yungas, zicht op een dal.  

Foto's: Vereenvoudigde kaart van de Yungas. Dit gebergte vormt de flanken van de Andes. Het gebied dat tien jaar door de augustijnen bediend is, ligt ten zuiden van Chirca en Chulumani.
De afstand van La Paz naar Chulumani (richting oosten) is 125 km. Onderweg passeert men de in de sneeuw gelegen bergpas op 4562 meter hoogte. Rechts Nico Beumer, OSA. 
De weg van La Paz naar de Yungas is één grote klim of afdaling met vele haarspeldbochten. Men spreekt over ‘El Camino de la Muerte- de dodenweg’ met allerlei duivelsbochten: haarspeldbochten zonder vangrail, slecht wegdek, geen mogelijkheid elkaar veilig te passeren. Daar komen nog modderstromen en lawines bij tijdens het regenseizoen. 


Projecten 
 

De volgende projecten zijn van doorslaggevende betekenis geweest:

Lavi, Landbouwschool met internaatHet landbouwschoolproject in Lavi.

Het bewerken van de grond gebeurde uiterst primitief, het leverde magere oogsten op en van slechte kwaliteit. Veeteelt was bijna onbekend en de fruitplantages waren slecht verzorgd; ziektes werden amper bestreden. De cursussen van theoretisch-praktische aard werden dan ook druk bezocht.

 

Vrouwenemancipatie.

ICMY, Instituto de Capacitación para la Mujer Yungeña. Een initiatief van de Augustijnen. Organisatoren van het eerste uur zijn de sociaal werksters Anneke Jansen en Emmy Holstege. De vrouw werd als minderwaardig beschouwd. Ze kreeg nauwelijks de kans de school te bezoeken, had geen enkele stem in het gemeenschappelijk overleg. Ze werd mateloos uitgebuit in het werk. De eerste cursussen richtten zich op de het klaarmaken van goede maaltijden, de verzorging  van de pasgeborenen en kinderen, het maken van kleding, op hygiëne, het beheren van geld. Het ICMY (Instituto  de Capacitación para la Mujer Yungeña) probeert nu te voorzien in opleiding tot maatschappelijk werk, wijst op de rechten van de vrouw.

 

Radio Yungas.


Ontvangst is primitief maar er is contact via Radio Yungas. Billbord met Radio Yungas en de frequentie Antenne voor Radio Yungas. Staand (wit overhemd: Jan van Maanen, OSA) 

Door de geografische ligging was elke vorm van communicatie moeilijk. Men wist niets van elkaar, men kon elkaar geen hulp bieden, iedereen leefde zijn eigen wereldje. Radio Yungas werd een eclatant succes. Door de bevolking zelf de instrumenten in handen te geven en de berichtgeving te laten verzorgen, was er via Radio Yungas dagelijkse communicatie mogelijk. Radio Yungas  verzorgt nog steeds niet alleen lokale, regionale, maar ook nationale en zelfs internationale berichtgeving, veelal in hun eigen taal, het Aymara.

Door Radio Yungas wordt het makkelijker alfabetiseringscursussen te geven omdat de onderwijzers van de dorpsschooltjes kunnnen worden ingeschakeld. Via de radio worden de taallessen gegeven. In interviews wordt alle problematiek besproken, de politieke en economische problemen, de culturele, sociale en religieuze belangen.

De bevolking werd zich bewust van nieuwe mogelijkheden en leerde zich te wapenen tegen corrupte autoriteiten en uitbuiters, hetgeen lang niet altijd door de betreffende mensen in dank wordt afgenomen. Radio Yungas trekt partij voor de stemlozen. Ook familieberichten werden doorgegeven. Ruim 90 % van de Yungasbevolking luistert dagelijks naar Radio Yungas.  

De spaar- en leencoöperatie.

Elke lening die armen afsloten bij particulieren of bij een bank werd verleend tegen woekerrente en steekpenningen. Veel campesinos raakten hun huisje of land kwijt. Politie en rechters stonden aan de kant van dat soort autoriteiten. De Augustijnen stelden een coöperatie voor waarin gezamenlijk geld werd ingelegd en beheerd. Het voorstel kon aanvankelijk niet worden uitgevoerd omdat men elkaar niet vertrouwde. De Augustijnen werd gevraagd deel te nemen om corruptie tegen te gaan. Door het maandelijks afdragen van kleine bedragen kregen de leden recht op leningen tegen 1% per maand. De voordelen waren duidelijk en ondanks wantrouwen groeide de coöperatie snel. Essentieel hierbij zijn de democratisch gekozen besturen en solide controlemechanismen.

De spaarbank bij de oprichting Het oprichtingsbestuur van spaarbank.

Foto's: De toen goed functionerende spaar-en leencoöperatie in Chulumani: de Cooperativa de Ahorro y Credito San Bartolomel. Het oprichtingsbestuur: staand v.l.n.r.: Jacob Postma, OSA (1ste), voorzitter dhr Blitz (2de), Nico Beumer, OSA, Gerard Beliën, OSA (5de). Zittend: Dino Menatto, eigenaar van een ijzerwarenzaak (3de), uiterst rechts de radiotechnicus. De twee dames zijn de directrices van de openbare jongens- en meisjesbasisschool. Op de foto staan ook drie dorpsapothekers.

Zie ook het verhaal  'Een jongedame vertelt' (pdf) uit 'Het zal je maar gebeuren' van Jacob Postma

Ziekenzorg en tuberculosebestrijding.

het gezamenlijke ziekenhuis in Chulumani. Memisa leverde o.a. de röntgenapparatuur en medicijnen.  Onder toezicht worden de medicijnen uitgereikt.

Een groot deel van de indianenbevolking in de Yungas is afkomstig van de hoge en droge Altiplano op 4000 meter hoogte. Door slechte en/of eenzijdige voeding zijn zij vatbaar voor tuberculose die zich in het vochtige en warme klimaat van de Yungas snel ontwikkelt en zo een veel voorkomende ziekte is geworden. Daarom worden in elk gehucht mensen gezocht en gevonden die na een eenvoudige opleiding de zieken kunnen verzorgen en de nodige medicijnen weten te verschaffen.

De catechese, de opleiding van pastoraal werkenden.

La Paz, hoog in de stad bij de parochiefeest. De inzet van catecheten en vrijwilligers is onmisbaar. Het catechesehuis Emmaus: leslokalen, eetzaal-keuken, slaapzaal, het tehuis voor de catechisten. 

De godsdienstige onwetendheid was groot. De vieringen van de heiligenfeesten  - elk gehucht heeft zijn eigen patroon of patrones-  en bij begrafenissen en dodenherdenkingen eindigden meestal zeer negatief door praalzucht en dronkenschap. We gingen op zoek naar geschikte mannen en vrouwen voor christelijke vormen van geloof en samenleving. Mensen uit elk gehucht en dorp en worden uitgenodigd deel te nemen aan de cursussen en praktische vieringen in het centrum Emmaus in Chulumani. Het zijn voornamelijk Bijbelcursussen om de mensen inzicht te geven in Het Woord van God en de Blijde boodschap van de Menswording. God roept de mensen bijeen om te werken aan het Rijk Gods, een nieuwe vorm van menselijke samenleving. Radio Yungas speelt hier een cruciale rol omdat men maar enkele dagen van huis kon zijn.

Zie ook Hoe het begon ... en eindigde: een terugblik op de Sud-Yungas (pdf) uit 'Het zal je maar gebeuren' van Jacob Postma

top 

 

La Paz

 

La Paz, kijkrichting vanaf onderin de stad richting altiplano. Smalle wegen, hoge intensieve bouw. Rechtsboven: een straat steil omhoog.  De hoge wankele bouw in de armenwijken van La Paz  

Een kijkje in de diepte: vanaf de altiplano richting La Paz.   hoge, intensieve bouw 


Foto's: De stad La Paz ligt als het ware beschut in een kuil op het dak van de wereld. Het laagste punt in de stad ligt al op een hoogte van 3500 meter en het hoogste punt ligt op 4.000 meter. De rand van de stad grenst aan het brede plateau, de 'Altiplano' (hoogvlakte) genoemd. Van onderin de kuil naar de rand van de altiplano is dus een hoogteverschil van 500 meter. Waar je in de stad ook naartoe gaat, het is altijd flink klimmen of dalen en het gebrek aan zuurstof maakt het nog moeilijker.
De wankele bouw van de één-kamerwoninkjes in de armenwijken van La Paz is goed zichtbaar aan de randen van de stad, hoog in de parochie. Alle woningen zijn opeengestapeld.

De Augustijnen hebben zich gevestigd in de Parochie van de Gran Poder, in een enorme volkswijk van ruim 70.000 inwoners. Om onze aanwezigheid in de wirwar van steile, bochtige straten en steegjes te garanderen zijn er vijf parochiële centra gesticht. Hoog in de stadswijk zijn dat de parochies San Nicolás en Santa Mónica, halverwege de Santa Rita, en meer naar beneden de kapel van de Kruisverheffing, Capella Exaltación, en het Santuario del Señor Jesús del Gran Poder. De overkoepelende kerk voor deze vijf parochies is de Allerheiligste Drie-eenheid, de Santissima Trinidad.

In elk centrum zijn behalve de Augustijnen ook zusters actief. Elk centrum heeft zijn parochieraad en een uitgebreid team van vrijwilligers. Hun activiteiten richten zich op de Bijbelcatechese, de viering van de sacramenten, jeugdpastoraat, gezinspastoraat, ziekenzorg, alfabetiseringscursussen, bibliotheekvoorzieningen, vakopleidingen voor vrouwen (de Academia Santa Rita). Bij het centrum Kruisverheffing is er in samenwerking met de Zusters van Calcutta ook een opvang van daklozen en alcoholisten. Alle centra worden gecoördineerd vanuit de parochie de Drie-eenheid die hiervoor maandelijkse bijeenkomsten organiseert. Daarnaast zijn er regelmatig studiedagen over religieuze en sociale thema’s. Al dit werk is mogelijk door de inzet van vele grote groepen vrijwilligers: zij verzorgen de muziek en zang bij de vieringen, zijn actief bij de catechese, het jeugdpastoraat en de alfabetiseringscursussen.

Stma Trinidad (kerk met parochiecentrum en convent van de Augustijnen) interieur Stma Trinidad Santuario del Señor Jesús del Gran Poder  affiche van Jesús del Gran Poder   ↑ Stma Trinidad

St Mónica hoog in La Paz interieur Santa Mónica St Mónica

interieur San Nicolas de Tolentino San Nicolas de Tolentino S. Nicolas da Tolentino

Vormingshuis St. Rita, met kerk, bibliotheek en vergaderruimte. Het gebouw functioneert als een soort buurthuis.  Academia St. Rita. Oprichtster was mevr. Smit. Zij en haar man waren tien jaar als vrijwilligers in de parochie St. Rita werkzaam.  St Rita, Academia St. Rita

 

Cochabamba

 

Naast alle hulp en projecten in Cochabamba is de oprichting van een middelbare school zeer belangrijk geweest. Een lange traditie van de Nederlandse Augustijnen op het gebied van middelbaar onderwijs leidde ertoe ook op dit zo belangrijke gebied van ontwikkeling de handen ineen te slaan. Gedurende vier jaar werd er nagedacht en gediscussieerd over de vorm die dit onderwijs zou moeten hebben. De aanwezige private scholen en staatsscholen stelden de humanistische vorming voorop: godsdienst, filosofie, literatuur, aardrijkskunde en geschiedenis. Bijvakken waren wiskunde, scheikunde, natuurkunde, biologie en dat alles puur theoretisch. Men had er geen notie van dat ook in Bolivia de sociaal-economische vernieuwingen om een andere aanpak vroegen. In de jaren veertig was de industrialisatie al aardig op gang gekomen, maar meestal in handen van buitenlanders. De olie- en mijnindustrie bloeide, maar de verwerking van de producten vond plaats in het buitenland.

De Augustijnen probeerden een antwoord te geven op de nieuwe situatie. Theorie moest in de praktijk kunnen worden getoetst; de vakbekwaamheid stond voorop. Er kwamen werkplaatsen voor hout-  en metaalbewerking en elektrotechniek; laboratoria voor scheikunde, natuurkunde en biologie. Bovendien moesten de eigen inventiviteit en werkzaamheid in het opzetten en uitvoeren van onderzoek en werk gestimuleerd worden. Het belang van de moderne talen werd benadrukt. Een nieuw vak werd geïntroduceerd: sociologie. Maar ook de vakken godsdienst, literatuur, filosofie en geschiedenis werden serieus genomen en gemoderniseerd.

Van meet af aan vormden godsdienstige afkomst, een kwetsbare gezinssituatie of financiële nood geen belemmering leerling te zijn van het college "San Agustin", Dat alles was een schot in de roos ondanks de aanvankelijke weerstand uit kerkelijke kringen. De school is nu geheel in handen van oud-leerlingen, telt momenteel 660 leerlingen, van wie ruim 20% een gehele of gedeeltelijke studiebeurs genieten.

Momenteel zijn er nog twee Nederlandse Augustijnen werkzaam in Bolivia. Van de zes tot priester gewijde Boliviaanse Augustijnen is er een overleden. Er is één geprofeste lekenbroeder. Er zijn vijftien medebroeders in de opleiding.

 

Nico Beumer, OSA

 

De auteur heeft vanaf 1951 tot in 2004 als missionaris gewerkt in Bolivia. Daarna, tot 2014 was hij archivaris van het Provinicaal Archief van de Nederlandse Augustijnen. 
Hij schreef: Niemand zat op hen te wachten : geschiedenis van de Nederlandse Augustijnen in Bolivia / Nico Beumer. Nijmegen: Nijmeegs Instituut voor Missiewetenschappen, 2011. - 104 p. : krt. ; 24 cm. (Nijmeegs Instituut voor Missiewetenschappen ; 21). ISBN: 978-90-77311-12-7.  Zie Publicaties 


top