Home
29 oktober De eerste van de trappsalmen voert ons mee omhoog
Een dal roept het beeld op van nederigheid, een berg, dat van verheffing. De berg die wij moeten opgaan is een zekere geestelijke verheffing. Welke is die berg die wij opgaan anders dan onze Heer Jezus Christus? Hij die u door zijn lijden een tranendal voor ogen heeft gesteld, heeft u door zijn verblijven bij de Vader de berg, die gij moet opgaan, voor ogen gesteld. Wat betekent dat tranendal? "Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond". Wat betekent dat tranendal? "Hij biedt zijn wang, wie Hem slaat; Hij laat zich honen". Wat betekent dat tranendal? "Hij is geslagen, bespuwd, met doornen gekroond en gekruisigd". Dat is het tranendal waaruit gij moet opgaan. Waarheen opgaan? "In het begin was het Woord, en het Woord was bij God en het Woord was God". Want "dat Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond". Zo is Christus naar u toe gekomen en is Hij toch zichzelf gebleven: Hij is naar u toegekomen om voor u het dal van tranen te worden; Hij is zichzelf gebleven om voor u de berg te zijn waarlangs gij opgaat. "Op het einde der tijden zal het gebeuren", zegt Jesaja, "dat de berg van het huis van de Heer vast zal staan als de eerste der bergen". Ziedaar, waarheen wij moeten opgaan. Vanhier moeten wij opgaan, daarheen moeten wij opgaan; vanuit het voorbeeld van zijn mensheid, moeten wij opgaan naar zijn Godheid. Christus heeft u een voorbeeld gegeven door zich te vernederen. Want zij die niet wilden opgaan uit dit tranendal, werden door Hem gedwongen. Zij wilden zich ontijdig verheffen, zij zetten hun zinnen op hoge eerbewijzen, zij zetten hun zinnen er niet op om de weg van de nederigheid te bewandelen. Gij moet goed begrijpen wat ik zeg: twee leerlingen van de Heer wilden, één aan de rechter- en één aan de linkerkant zitten; de Heer zag, dat zij een averechtse gedachtengang hadden over eer, terwijl zij eerst moesten leren zich te vernederen, om zich te kunnen verheffen. De Heer zei dan ook: "Zijt gij in staat de beker te drinken die Ik ga drinken?" Hij moest in dit tranendal de kelk van zijn lijden drinken; terwijl zij geen oog hadden voor de nederigheid van de Heer en alleen maar begrip wilden hebben voor de verhevenheid van Christus. Hij riep hen terug op de weg, als verdwaalden; niet om hun te weigeren wat zij wilden, maar om hun de weg te wijzen waarlangs zij er moesten komen.